Zwelbanden lijken een klein detail in een groot betonwerk, maar ze bepalen vaak of je project jaren waterdicht blijft of niet. Een foutje bij de keuze of plaatsing leidt al snel tot lekkages, herstelkosten en frustratie op de bouwplaats. In dit artikel lees je welke vijf fouten het vaakst voorkomen en hoe je ze voorkomt, met praktische tips die uitvoerbaar zijn voor aannemers, werkvoorbereiders en betonteams. Wil je eerst de basis opfrissen? Deze gids over zwelbanden voor beton zet de belangrijkste principes helder uiteen.
Fout 1: Het verkeerde type zwelband kiezen
Niet elke zwelband is geschikt voor elke voeg. Grondwater kan verschillen in pH, zoutgehalte of aanwezigheid van brandstoffen en chemicaliën. Sommige materialen zetten sterk uit bij schoon water, maar presteren minder bij vervuild of zout water. Ook waterdruk, voegbreedte en temperatuur spelen mee. Een te agressief uitzettende band kan in smalle voegen zelfs spanningen en microbarsten veroorzaken; een te “lui” materiaal dicht niet goed af.
Zo doe je het goed
Inventariseer de waterchemie, de verwachte waterdruk en de voeggeometrie. Check vervolgens de datasheets op compatibiliteit en expansiecurve (eerste uur, 24 uur, 7 dagen). Twijfel je? Vraag een materiaaladvies aan de leverancier en documenteer de keuze in je werkplan. Consistentie in merk en type per project voorkomt combinatiefouten.

Fout 2: Onvoldoende ondergrondvoorbereiding
Zelfs de beste zwelband houdt niet op vuil, stof, cementhuid of een poreuze, brokkelige ondergrond. Zonder vlakke, dragende en schone ondergrond ontstaan capillaire lekpaden langs de band. Veel voorkomt: snel “plakken en gaan” op natte, koude of stoffige betonranden, of plaatsen over honingraat zonder reparatie.
Zo doe je het goed
Maak de ondergrond draagkrachtig en egaal: los materiaal wegbeitelen, stof en laitance verwijderen, poriën en blowholes dichtzetten met reparatiemortel. Droog en vetvrij is de norm. Gebruik de voorgeschreven primer/kleefpasta en respecteer de wachttijd. Werk in schuifvrije zones; druk de band overal gelijkmatig aan zodat er geen holtes achterblijven.
Fout 3: Verkeerde positie en onvoldoende dekking
Een zwelband die te dicht bij de buitenzijde ligt, kan bij uitzetting een lekkagepad naar buiten vormen of zelfs afspatten tijdens het storten. Te dicht tegen wapening geeft storingen bij trillen, waardoor de band verplaatst of beschadigt. Ook een plaatsing buiten het midden van de koude voeg vermindert de effectiviteit.
Zo doe je het goed
Positioneer de band centraal in de voeg en zorg voor voldoende betondekking tot buitenzijde en wapening (raadpleeg de datasheet; vaak wordt 50–75 mm aangehouden). Gebruik afstandhouders of sjablonen om een rechte, doorlopende lijn te borgen. Check vooraf de bekisting: uitsparingen, ingestorte delen en doorvoeren mogen de positie niet hinderen. Maak een eenvoudige legtekening voor het team en markeer referentielijnen op het werk.
Fout 4: Onderbroken of zwakke verbindingen bij naden, hoeken en doorvoeren
Veel lekkages ontstaan niet op het rechte stuk, maar bij de naden: stompe koppelingen zonder overlap, slordige T-stukken, scherpe hoeken of aansluitingen op doorvoeren. Een onderbreking van slechts enkele millimeters kan genoeg zijn voor een lekpad, zeker onder variabele waterdruk.
Zo doe je het goed
Maak de zwelband doorlopend: laat naden overlappen of gebruik de door de fabrikant opgegeven lijm/lasmethode. Werk hoeken met passende hoekstukken of in verstek zodat de contactdruk behouden blijft. Rond doorvoeren heen: vorm een gesloten ring en dicht de naad conform voorschrift. Overweeg bij risicodetails een combinatie met injectslang of extra afdichtingsmaatregel. Controleer elke verbinding visueel én tactiel voordat je stort. Tot slot is het van groot belang om rekening te houden met topkwaliteit betonbouwproducten. Zo vind je in de webshop van Vencory een uitgebreid aanbod betonbouw materialen, waaronder ook zwelbanden van zeer hoge kwaliteit.
Fout 5: Slechte fixatie, verkeerde timing en onvoldoende bescherming
Losse montage, spijkers die te weinig houvast bieden, of een kleeflaag die nog niet is uitgehard: allemaal redenen waarom de band verschuift tijdens het trillen. Een andere valkuil is voorswelling door regen of stilstaand water vóór het storten; de band is dan “op” nog voor de voeg onder druk komt te staan.
Zo doe je het goed
Fixeer volgens systeem: mechanische klemmen/rail of geschikte lijm met de juiste wachttijd. Bescherm de geplaatste band tegen regen en opspattend water (afdekken) en voorkom langdurige blootstelling aan zon en vorst. Voer een laatste controle uit vlak voor het storten: zit alles vast, droog en schoon? Tijdens het storten: tril zorgvuldig rond de band om holle ruimtes te vermijden, maar voorkom direct contact met de naald op de band zelf.
Veelgemaakte fout vermijden? Werk met een duidelijk plan
Een klein werkdocument helpt: materiaalkeuze onderbouwd, detailschetsen van voegen en doorvoeren, montage-instructie per zone, inspectiemomenten en vrijgave vóór storten. Leg vast wie controleert en hoe je afwijkingen herstelt. Zo wordt waterdichting een routine in plaats van een gok.